Kommentar |
Het Nederlands kent verschillende stadia, zoals het Oud-, Middel- en Nieuwnederlands. Wij lezen teksten uit deze verschillende periodes, kijken naar verschillen en veranderingen en naar het proces van die veranderingen. Bovendien ken het Nederlands – zoals elke taal – een rijke variatie van verschillende taalvormen (standaardtaal, omgangstaal, dialecten, verschillende historische taalvormen). Hoe komt een dergelijke taalvariatie of – in historisch opzicht – taalverandering tot stand en hoe functioneert ze binnen de taalgemeenschap? In dit college worden taalhistorische (differentiatie en standaardisering), geografische (dialecten, de nationale variëteiten van het Nederlands in Nederland en in België) en sociolinguistische aspecten behandeld.
Literatur: Guy Janssens & Ann Marynissen (2011): Het Nederlands vroeger en nu. Leuven: Acco.
Raumbelegung: Das Seminar findet im Archiv-Raum statt (R11 T05 D71). |